De buitenbeugel
Er zijn twee typen buitenbeugels:
a. Een kleine buitenbeugel naar de nek, die de kiezen en ook de bovenkaak wat naar achteren verplaatst.
b. Een hoogtrekkende (“pet”) buitenbeugel die de kiezen en de bovenkaak naar achteren en iets omhoog trekt.
Soms wordt deze beugels als enige toegepast. De buitenbeugel zorgt er dan voor dat de kiezen naar achteren verplaatst worden, waardoor er meer ruimte in de boventandboog ontstaat; zo kunnen bijvoorbeeld de hoektanden beter doorbreken. De lusjes van de buitenbeugel wijzen altijd naar beneden.
Wanneer mag de buitenbeugel uit?
– tijdens het eten
– tijdens tanden en beugel poetsen
– tijdens zwemmen en andere sporten